droedel
© Bianca Boer
Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van Bianca Boer worden gekopieerd, gedownload, verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier.

Straat


51

waar gaat het heen
dagelijks de gang langs de huizen
de stoep loopt onder de ramen
we passeren de oude man met de papegaai
het raam aan de straat een zwart gat
met een kooi in de vensterbank
wij groeten de oude vogel  
de man met zijn blauwe wangen
ziet ons net of net niet wuift rook weg
hier zijn nog kelders

34
daar het huis dat maanden leegstond
niemand merkte dat de zachte man
die zomers op zijn stoep zat binnen
stierf en toen al weer een tijdje dood bleek
daags na die ontdekking werd het raam vernieuwd
als je toen had gekeken zag je zijn eetkamertafel
de laatste vaat en de post slordig gestapeld
een haastig uitgetrokken latexhandschoen
pontificaal in het zicht
je moet toch naar huis

26
het groen is voor ons besloten
roestvrijstalen draden beklommen de gevels
die nieuwe lui naast de school
waar cameratoezicht op het plein hangt
legden eerst een donker houten vloer
beplakten daarna de ruiten met spiegelfolie
waar houden ze die honden die joekels
ik zeg je daar komen praatjes van
als je iets te verbergen hebt doe het hier
en recht in mijn gezicht

weerom
de straat slaapt na de brommer verder
in al onze bedden is het warm
er sluimert een andere stad in mij
de ramen staan open het regent niet meer
de ganzen verjagen nachtelijke indringers
in de flat dooft ook de laatste lamp
alleen in de gangen smeult lichtvervuiling
ik richt de sterrenkijker omhoog
Saturnus staat gunstig
zijn ringen zichtbaar voor wie er op let