Drie poesjes
je wilde zelf doen
de liefste van allemaal maken
met je hoofd onder het zwarte laken
maar negatieven zijn voor familieportretten
voor op het dressoir
zegt je vader je
drie poesjes naast elkaar gezet
verontwaardigd wakker
geschrokken van al dat zonlicht
ze zitten mooi zes witte pootjes
nieuwsgierig op goudzand
zelf op het knopje drukken
wanneer nu ja of nu
in de heg ritselt een mus
spannend dichtbij
het kleinste kijkt naar jou
het zwart-witte poesje
niet eens de liefste
de andere twee net niet
vader zal de verspilling met minachting gadeslaan